Veelgestelde vragen
Klik op de vragen om de antwoorden op de vragen te zien. Staat jouw vraag er niet tussen, neem dan contact met ons op.
De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving en de activiteiten die gevolgen hebben voor die leefomgeving. Wat wordt er bedoeld met fysieke leefomgeving? Eigenlijk is dat de omgeving die je kunt zien, ruiken, horen en voelen. De omgeving zoals je die fysiek kunt waarnemen.
Inwoners merken misschien in eerste instantie niets van de Omgevingswet. Maar als je iets wilt verbouwen aan je huis of tuin en je vraagt een vergunning aan, dan gaat dat straks anders dan voorheen. Je zoekt de regels op in een nieuw online loket, het Omgevingsloket. In dat loket kun u controleren of je een vergunning nodig hebt, en deze ook direct aanvragen.
De Omgevingswet eist dat elke gemeente een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan heeft. In een Omgevingsvisie staan de toekomstplannen van een gemeente. In een Omgevingsplan liggen alle juridische regels vast. Straks worden onder andere de bestaande bestemmingsplannen en de Verordening Fysieke Leefomgeving in het Omgevingsplan opgenomen. Niet elke gemeente is even ver: zij hebben tot 2029 de tijd om hun bestemmingsplannen om te zetten naar Omgevingsplannen.
De Omgevingswet zorgt er ook voor dat je kunt meepraten over de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en Ontwikkelperspectieven in jouw gemeente. En over initiatieven bij jou in de buurt. Dat kan nu ook al, maar de Omgevingswet schrijft voor dat belanghebbenden actiever worden benaderd om mee te denken. Elke Nederlander die een vergunning aanvraagt die van invloed is op de leefomgeving krijgt te maken met de Omgevingswet. Maar ook als je buren, de gemeente of andere initiatiefnemers een vergunning aanvragen die iets verandert aan jouw omgeving, mag je daar iets van vinden. De Omgevingswet verplicht hen om je op tijd te informeren over hun plannen. Dat geldt ook als jij zelf een vergunning aanvraagt.
Bron: www.toolkitomgevingswet.nl/qa-omgevingswet
Check de website van de gemeente, hou de huis-aan-huis krant in de gaten of abonneer je op alle publicaties via Overheid.nl > Berichten over uw buurt. Of vraag het na bij je gemeente.
Heel veel gemeentes zijn zich druk aan het voorbereiden op de komst van de wet, al is de ene gemeente verder dan de andere. Op de websites van gemeentes is er vaak al een en ander over te vinden. Check de website van jouw gemeente maar eens of en hoe jouw gemeente ermee bezig is!
Als je zelf wilt bijdragen aan een goede, groene en duurzame leefomgeving moet je nu op onderzoek uit gaan. Dan ben je voorbereid om te participeren bij het beleid en om initiatieven aan de gemeente voor te leggen. In 2029 moet een definitief omgevingsplan klaar zijn.
De gemeente legt in het Omgevingsplan vast welke activiteiten vergunningplichtig zijn. Voor een initiatief in de fysieke leefomgeving (een bouwproject, zonneweide, kap van bomen, enz.) moet de initiatiefnemer soms een omgevingsvergunning aanvragen. In het Omgevingsloket kunnen inwoners en organisaties checken of een vergunning nodig is en deze meteen ook aanvragen. Je vindt het Omgevingsloket via de website van de betreffende gemeente en vanaf 1 oktober 2022 ook via www.omgevingsloket.nl.
De Omgevingswet gaat uit van ‘vergunningvrij ’. Maar activiteiten die grote invloed hebben op de kwaliteit van het milieu of de omgeving zijn aan regels gebonden. Wanneer de regels van het Rijk, de provincie, het waterschap of de gemeente dat verplichten is een omgevingsvergunning nodig. Meestal beslist de gemeente over die vergunning.
De omgevingsvergunning wordt in de meeste gevallen voorbereid met de reguliere procedure, waarbij je alleen bezwaar kan maken. In bijzondere gevallen geldt de uitgebreide procedure, waarbij je tegen de ontwerpvergunning een zienswijze kan indienen en je later ook nog bezwaar kan maken. Bezwaar maken tegen een vergunning kan alleen als je belanghebbende bent. Wie als ‘belanghebbende’ kan gelden, is een juridische kwestie. Lokale natuur- en milieuorganisaties kunnen in principe als belanghebbende gelden, met name als ze duidelijke statuten hebben, en rechtspersoon zijn of daarmee vergelijkbaar. Privépersonen gelden alleen als belanghebbende als ze een specifiek belang hebben bij de vergunde activiteit, bijvoorbeeld als ze zicht hebben op de locatie, of er overlast van kunnen ondervinden.
Het College van B&W verleent de Omgevingsvergunning. Bij een zogenaamde buitenplanse vergunning, waarmee van het Omgevingsplan wordt afgeweken, kan de gemeenteraad vooraf bepalen, via een lijst van instemmingsplichtige gevallen, dat zij instemming moet verlenen. Maar activiteiten die nu vergunningplichtig zijn, kunnen ook vergunningvrij worden gemaakt.
In het Omgevingsprogramma wordt een onderwerp/thema, een bepaalde bedrijfssector of een gebied uit de Omgevingsvisie concreter uitgewerkt. Hierin wordt beleid uitgewerkt in acties en maatregelen: wanneer, hoe en met welke middelen zorgen we voor bescherming, beheer, gebruik en ontwikkeling van de leefomgeving. Lees meer hierover.
Participeren betekent meedoen of deelnemen aan visie- en planvorming. Participatie zorgt voor meer draagvlak voor visies, beleid en plannen. Het is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet en geldt in principe voor iedereen. De initiatiefnemer - diegene met een idee of plan, dat kan de overheid (gemeente) zijn maar ook een ondernemer of burger - bepaalt de manier waarop participatie plaatsvindt.
Met participatie worden belanghebbenden op een zo vroeg mogelijk moment betrokken bij de visie of het plan waaraan wordt gewerkt. Direct omwonenden of ondernemers kunnen belanghebbend zijn omdat de visie of het plan invloed kan hebben op hun omgeving. Wie belanghebbenden zijn hangt af van wie er door ‘geraakt’ wordt. Het gaat dus niet altijd om inwoners of ondernemers. Het kan ook gaan om maatschappelijke organisaties of anderen.
Het doel van participatie is dat een plan of idee kan rekenen op draagvlak in de samenleving, zodat de overheid een goed besluit kan nemen over de visie of het plan. De overheid streeft naar betrokkenheid van inwoners en ondernemers bij ontwikkelingen en activiteiten in de leefomgeving door hen vroegtijdige te betrekken bij hun eigen visies en plannen en bij plannen van anderen (particuliere initiatieven). Hoe eerder en beter betrokkenen zijn geïnformeerd, hoe minder weerstand later.
Bron: Toolkit programma Aan de slag met de Omgevingswet (een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk).
Participeren betekent meedoen of deelnemen aan visie- en planvorming. Participatie zorgt voor meer draagvlak voor visies, beleid en plannen. Het is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet en geldt in principe voor iedereen. De initiatiefnemer - diegene met een idee of plan, dat kan de overheid (gemeente) zijn maar ook een ondernemer of burger - bepaalt de manier waarop participatie plaatsvindt.
Met participatie worden belanghebbenden op een zo vroeg mogelijk moment betrokken bij de visie of het plan waaraan wordt gewerkt. Direct omwonenden of ondernemers kunnen belanghebbend zijn omdat de visie of het plan invloed kan hebben op hun omgeving. Wie belanghebbenden zijn hangt af van wie er door ‘geraakt’ wordt. Het gaat dus niet altijd om inwoners of ondernemers. Het kan ook gaan om maatschappelijke organisaties of anderen.
Het doel van participatie is dat een plan of idee kan rekenen op draagvlak in de samenleving, zodat de overheid een goed besluit kan nemen over de visie of het plan. De overheid streeft naar betrokkenheid van inwoners en ondernemers bij ontwikkelingen en activiteiten in de leefomgeving door hen vroegtijdige te betrekken bij hun eigen visies en plannen en bij plannen van anderen (particuliere initiatieven). Hoe eerder en beter betrokkenen zijn geïnformeerd, hoe minder weerstand later.
Bron: Toolkit programma Aan de slag met de Omgevingswet (een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk).
Het indienen van een zienswijze door belanghebbenden is een formeel proces, voorafgaand of gedurende het besluitvormingsproces. Het resultaat van zienswijzen moet worden meegenomen in het besluit. Lees verder.
Door participatie (informeel proces) kunnen belanghebbenden al eerder betrokken worden, hun ideeën en wensen inbrengen, bij het proces van de besluitvorming over een vomgevingsvisie of -plan.
Verplichte participatie
Overheden, zoals gemeenten, zijn verplicht om aan participatie te doen bij de voorbereidingen van een omgevingsvisie en omgevingsplan.
Participatie bij aanvragen van een vergunning
De Omgevingswet moedigt mensen (initiatiefnemers) met een plan dat van invloed is op de omgeving aan om aan participatie te doen. Iedereen kan initiatiefnemer zijn: een inwoner of ondernemer, maar ook organisaties of de overheid, zoals de gemeente. Als voor het plan een vergunning van de gemeente nodig is, moet de aanvrager aangeven of hij de omgeving bij de plannen betrokken heeft en om hun mening gevraagd heeft, hoe dat is gedaan en wat met de inbreng is gedaan. Iedereen die een vergunning aanvraagt moet daarbij vermelden of participatie heeft plaatsgevonden. Met andere woorden: de initiatiefnemer moet aangeven of, en hoe hij de buurt heeft betrokken bij zijn plan. Een initiatiefnemer wordt dus aangemoedigd om aan participatie te doen, maar is dat niet verplicht. Er geldt één uitzondering: een gemeenteraad kan gevallen aanwijzen waarin participatie wèl verplicht is.
Het bevoegd gezag (de overheid, bijvoorbeeld de gemeente) beoordeelt de vergunningaanvraag. Zij weegt alle belangen af om tot een besluit te komen. Participatie draagt bij aan een goede afweging. Als er geen participatie heeft plaatsgevonden, is dat echter geen reden om een vergunningaanvraag te weigeren.
Breng je belang in
Welk effect heeft het plan op jou of jouw directe omgeving? Is er verlies van uitzicht, heb je geen zon meer in je tuin, speelt privacy een rol? Verandert het landschap dusdanig dat je daar (negatieve) gevolgen van ondervindt? Vraag een gesprek aan met de initiatiefnemer of zet je mening op papier. Zo kan de initiatiefnemer daar mogelijk rekening mee houden bij de verdere uitwerking van het plan.
In gesprek met de initiatiefnemer
Ben je belanghebbend en ben je nog niet benaderd door de initiatiefnemer? Er kunnen diverse redenen zijn waarom je nog niet bent benaderd. Als je jouw mening wilt inbrengen, wacht dan niet te lang en meld je dan zelf bij de initiatiefnemer. Je kunt de initiatiefnemer vragen om een gesprek. Vraag dan ook om informatie over het beoogde plan, zodat je je kan voorbereiden. Probeer tijdens het gesprek jouw belangen, bezwaren en zorgen te uiten, en ook te luisteren naar de belangen van de initiatiefnemer. Maak tot slot goede afspraken over het vervolg. Je kan een verslag maken van het gesprek en een reactie daarop vragen aan de initiatiefnemer. Misschien kan de initiatiefnemer al aangeven of, en in hoeverre hij rekening kan houden met jouw bezwaren. En als hij dat niet kan, kan hij de argumenten in het verslag zetten.
Bron: Toolkit programma Aan de slag met de Omgevingswet (een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk).
De gemeenteraad stelt de Gemeentelijke Omgevingsvisie en het Omgevingsplan vast.
Het college van Burgemeester en Wethouders zorgt voor de uitvoering daarvan, bijvoorbeeld met een omgevingsprogramma en de omgevingsvergunning.
Iedereen met een plan, een initiatief, dat invloed heeft op je leefomgeving wordt aangemoedigd aan participatie te doen. Dus ook ondernemers in je omgeving of je buren. Als je wilt meedenken en je belang wilt inbrengen, meld je dan bij de initiatiefnemer van het plan. Breng jouw mening in middels een gesprek of op papier. Bekijk hier het stappenplan daarvoor.
Nee, er komt 1 Omgevingsvisie, maar die kan wel per deelgebied anders luiden.
Het omgevingsplan vervangt het geldende bestemmingsplan en de beheersverordening uit de Wet ruimtelijke ordening. Nu hebben gemeenten meerdere bestemmingsplannen voor hun grondgebied. Onder de Omgevingswet moet iedere gemeente één omgevingsplan voor haar hele grondgebied vaststellen.